Je kent natuurlijk het fenomeen ‘huisstijlhandboek’. Elke zichzelf respecterende organisatie heeft wel zoiets. Welke kleuren mogen we gebruiken, wat zijn de varianten van ons logo (liggend, staand, in kleur, zwart-wit en diapositief), welk lettertype gebruiken we voor koppen en lopende tekst?
Zo is er ook de ‘stijlgids’, maar dan voor taal. De bekende kranten hebben er allemaal eentje. En er is natuurlijk de onvolprezen Schrijfwijzer van Jan Renkema, die voor (bijna) elk schrijfprobleem een oplossing biedt.
Maar dan nog, merken we in de praktijk, blijven er taaldilemma’s over waar je als organisatie maar beter een ei over kunt leggen. Want wat komen wij, de eindredacteuren van De Lynx, in de praktijk bijvoorbeeld tegen?
U of jij?
Een voor de hand liggend dilemma: spreek ik mijn doelgroep aan met u of met jij? En geloof me, dat gaat regelmatig mis, als er meer mensen teksten aanleveren voor een website of magazine. Wel zo slim om daar over na te denken en duidelijke afspraken over te maken. Een van onze opdrachtgevers kiest bijvoorbeeld op social media voor ‘je’, terwijl ze in hun magazine mensen met ‘u’ blijven aanspreken. Geen probleem, als je er maar consequent in bent.
Lastige lidwoorden en hinderlijke hoofdletters
Gebruik je een lidwoord bij je organisatie, of niet? En hoe zit het met hoofdletters? Daar worstelen zelfs de grote namen mee, zoals de Hema. Of nee, ik moet officieel zeggen ‘zoals HEMA’, want dat is zoals ze het zelf gebruiken: zonder lidwoord en met hun naam volledig in hoofdletters. Maar zeg nou zelf, je gaat naar ‘de’ Hema, toch? Kortom, nog niet zo’n makkelijke.
Bij onze klanten zien we dat ook. Zo kiest de ene natuurorganisatie ervoor om geen lidwoord te gebruiken, terwijl een andere dat wel doet en zelfs met een hoofdletter schrijft. Er zijn dus verschillende opties. Daarom is het goed om duidelijke afspraken vast te leggen, zodat al je medewerkers (vooral de nieuwe!) dit begrijpen. Ook de benaming van eigendommen van dergelijke natuurbeheerders verdient een stijlgids. Is het bijvoorbeeld Landgoed De Paltz, landgoed De Paltz, Landgoed de Paltz of landgoed de Paltz?
Het juiste jargon
We werken vaak voor groene organisaties, waar nogal eens planten- en diersoorten voorbij komen. Voor de wetenschappelijke namen zijn de regels duidelijk: geslachtsnaam met een hoofdletter, soortnaam klein (zelfs als die naar een geografische naam verwijst), en liefst schuingedrukt, zoals de Fallopia japonica, de Japanse duizendknoop.
Maar hoe zit het dan met de Nederlandse soortnamen? In principe schrijf je die met een kleine letter, tenzij er een geografisch bijvoeglijk naamwoord in zit. Zoals, jawel, die Japanse duizendknoop. Maar als de geografische naam (of een eigennaam) in de soort gebakken zit, zoals gallowayrund, douglasspar of nijlpaard, dan is het weer een kleine letter.
Toch merken we dat er organisaties en tijdschriften zijn die Nederlandse namen graag met een hoofdletter schrijven. Veldgidsen bijvoorbeeld, die Witte dovenetel gebruiken, om duidelijk te maken dat die dovenetel niet alleen maar wit is uitgevallen, maar dat de soort echt zo heet. Prima als je daarvoor kiest, als je maar consequent bent.
Streepjes
Ooit mocht ik een vogelgids redigeren. Dan kom je een heleboel kleuren tegen, kan ik je vertellen. En die vogels zijn zelden effen gekleurd, zeg maar. Maar noem je een vogel nou blauwgroen of blauw-groen? De oplossing: als het een kleur is die tussen blauw en groen zit, wordt het blauwgroen. Maar als hij gestreept of gevlekt is, waarbij blauw en groen elkaar afwisselen, dan is het blauw-groen, met een streepje ertussen. Dus een zebra is zwart-wit (en niet zwartwit, want dat is grijs).
Aanhalingsteken(s)
Misschien is het je wel eens opgevallen. In de ene krant of magazine staat een citaat tussen enkele aanhalingstekens, een andere kiest voor dubbele. Het mag dus allebei, maar als organisatie moet je wel consequent zijn. Voor bijzondere woorden of uitdrukkingen die wat nadruk kunnen gebruiken, worden overigens eigenlijk altijd enkele aanhalingstekens gebruikt. Zo las ik in Trouw: “Bij rekeningrijden denkt iedereen aan een factuur die op de mat valt. Dat wil je niet.” Veel beter zou het daarom zijn om het over ‘rechtvaardig rijden’ te hebben. Die krant kiest dus voor dubbele aanhalingstekens voor citaten, en enkele voor bijzondere woorden. De Volkskrant daarentegen gebruikt in beide gevallen enkele.
Stijlgids, stijlwijzer, schrijfwijzer, auteursinstructie
Het zal je duidelijk zijn: als er binnen je organisatie allerlei personen teksten produceren – en al helemaal als je ook mensen van buiten inhuurt – is een stijlgids echt heel handig. Je mag het ook een stijlwijzer of schrijfwijzer noemen, of een auteursinstructie. Maakt niet uit. Bij De Lynx heet het ons Poesiealbum, omdat we iets met katachtigen hebben. Hoe dan ook, leg het vast! En als je er zelf niet uitkomt, willen we je daar gerust bij helpen.
Communicatiebureau de Lynx
Gebouw met de Vaas
Gerrit Zegelaarstraat 1
6709 TA Wageningen
Meer weten over
ons groene hart?