Bij het maken van een communicatiestrategie is het verleidelijk om doelgroepen te definiëren op basis van demografische kenmerken: jongeren, ouderen, boeren, huurders, woningbezitters. Dat werkt vaak, maar het kan je campagne ook beperken. Want gedrag beïnvloeden gaat niet alleen over wie iemand is, maar vooral over wanneer en hoe je je boodschap brengt.
Door je doelgroep op een andere manier in te delen, bijvoorbeeld op basis van momenten waarop ze ontvankelijk zijn of bepaalde gedragingen vertonen, maak je communicatie effectiever. Het helpt je ook om drempels weg te nemen: mensen zijn eerder geneigd om te veranderen als je inspeelt op hun situatie en behoeften, in plaats van alleen op hun achtergrond.
Gedragsverandering is lastig. Mensen hebben vaak goede redenen om iets niet te doen: het kost tijd, geld of moeite, het voelt ingewikkeld of ze hebben andere prioriteiten. Traditionele doelgroepindelingen zeggen hier weinig over. Maar als je kijkt naar wat iemand op een bepaald moment doet of nodig heeft, kun je je boodschap koppelen aan situaties waarin ze wél ontvankelijk zijn.
Wij merken dit bijvoorbeeld als we voor gemeenten een communicatiestrategie uitwerken voor verduurzaming van woningen: iemand die net een huis koopt, staat open voor verbeteringen in huis. Of diegene nou oud is of jong, interesse heeft in duurzaamheid of niet. Een persoon die net gaat verbouwen, is bezig met praktische oplossingen. Comfortzoekers zijn niet per se bezig met verduurzamen, maar willen wél een aangenaam huis. Door deze momenten te koppelen aan jouw boodschap, verlaag je barrières en vergroot je de kans op gedragsverandering.
Hoe je dit toepast:
Door doelgroepen op deze manier te bekijken, wordt je communicatie niet alleen relevanter, maar ook effectiever. Je helpt mensen precies op het moment dat ze er ontvankelijk voor zijn en verlaagt de drempels die gedragsverandering in de weg staan. En dat maakt het verschil: niet alleen informeren, maar echt in beweging krijgen.