“De goeie kant op knoeien”

“We knoeien maar wat aan met z’n allen, en dat is oké, zolang we maar de goede kant op knoeien.” Woorden van landschapsarchitect Adriaan Geuze op de Nationale Groendag in Wageningen, een paar jaar terug. Hij sprak daar over hoe we onze steden ontwikkelen – met aandacht voor duurzaamheid, klimaat.
Grote duurzame stappen zetten we bepaald niet, dat maakt soms treurig. Maar verrassend genoeg lijkt al het ‘knoeien’ wél wat op te leveren.
Home » Blog » “De goeie kant op knoeien”

We knoeien liever maar wat aan, zei Geuze bijna met vertedering, kijkend naar z’n eigen buurt waar geveltuintjes worden aangelegd, mensen stekjes ruilen, moestuintjes inrichten, in de weer zijn met kleine dingen. Of naar projecten waar wat duurzaams geprobeerd wordt, en wat  vaak maar deels goed uitpakt. Dat is gelegitimeerd, vindt Geuze, “zolang we maar de goeie kant op knoeien.”

Misschien, denk ik steeds vaker, zijn Nederlanders wel onverbiddelijke optimisten. Want hebben we niet steeds het idee dat er tijdig oplossingen komen voor problemen? Dat ze – of we – het wel gaan oplossen? En dat als we zelf zo wat dingen anders doen in ons eigen leven, die oplossing er ook komt. Als we ons afval netjes scheiden. Een paar dagen per week geen vlees eten. Scharreleieren kopen. Lid zijn van Natuurmonumenten. Dan komen we toch een eind? Overheidscampagnes zoals ‘Iedereen doet wat’, of de opvolger van dit jaar: ‘Wij gaan meer doen voor het klimaat’ bevestigen dat.

Maar is het genoeg, of gaan we zo vrolijk knoeiend naar ‘de afgrond’? Ik lig er wel eens wakker van… Maar als ik na een nachtje tobben weer naar buiten ga, lijkt de wereld vooralsnog niet zo negatief veranderd. Lijkt de Nijmeegse straat waar ik insta als ik de deur uitloop, nog dezelfde als vorige maand, vorig jaar. En als ik beter kijk, is er tot mijn verrassing vergeleken met 25 jaar terug, toen ik er kwam wonen, toch veel veranderd:

  • Van een tweerichtingsstraat met 50 dieselbussen per uur, is het nu een eenrichtingsstraat met de auto te gast.
  • Staan er extra stroken groen en extra bomen in de straat, liggen veel daken vol zonnepanelen,
  • Planten bewoners inheemse plantjes, plaatsen sommigen regentonnen en zagen regenpijpen af,
  • Op een grote blinde muur prijkt een activistische muurschildering – om beter te zorgen voor de natuur  (betaald door de gemeente),
  • We zamelen plastic en gft in,
  • Het overheidskantoor op de hoek werd HUB met idealistische startups,
  • In het cafeetje aan de overkant wordt werkruimte betaald door koffietjes met havermelk te drinken,
  • Het luidruchtige studentenhuis in de straat kreeg tripleglas in de ramen,
  • Een keurige oudere dame prikt wekelijks een rondje zwerfafval uit de rozenperken, wat ze laat liggen wordt opgepikt door het zwerfafvalteam van daklozen,
  • De lesauto’s die hun klanten ophalen, naast de parkeerplekken van twee deelautoplekken, zijn grotendeels elektrisch,
  • Even verderop klikken jongeren met hun telefoon elektrische deelfietsen en deelscooters van het slot,
  • En op de hoek drommen studenten bij de bussen die hen naar de universiteit brengen die hen lokte met de leus ‘Je bent nodig’.

Ik constateer dat we in deze straat en de stad al die tijd wel degelijk de goeie kant op knoeiden!

Stel je eens voor dat dit in elke straat of stad in Nederland, in Europa, … gebeurt. Dan slaan we misschien toch een deuk in het mondiale pakje boter.